Debating


Wat is debatteren?
Binnen een debat is er altijd sprake van een stelling en twee partijen: de voorstanders en de tegenstanders. De taak van de voorstanders is om een geloofwaardige invulling aan de stelling te geven. De taak van de tegenstanders is om alles wat de voorstanders zeggen te ontkrachten. Beide teams wisselen elkaar af in een vast aantal beurten. Een jury of het publiek geeft dan een oordeel over het debat. Het team dat de meeste overtuigingskracht heeft getoond, wint. Debatteren is een kunst, een sport en een spel.

- De kunst is het tonen van overtuigingskracht: het vermogen om een stelling zo uit te leggen, te beargumenteren en te illustreren dat een publiek of een jury het met je eens wordt.
- De sport is om het daarbij beter te doen dan je tegenstander, die precies het tegenovergestelde verkondigt.
- Het spel ligt in het feit dat je niet je eigen mening verkondigt, maar moet roeien met de riemen die je gegeven worden.

De manier waarop wij debatteren
DCB voert het vaakst een beleidsdebat. Hierbij debatteer je over een zaak die je wilt bepleiten of die je als tegenstander juist niet wilt zien gebeuren. We kiezen gezamenlijk een stelling waarna je van de jury hoort of je voor of tegen bent. Dit betekent dat debaters dus zowel voor als tegen elke willekeurige stelling moeten kunnen debatteren.
De debaters krijgen voorbereidingstijd van 10 tot 15 minuten. Hierin bespreek je samen met je teamgenoten het probleem achter de stelling, de ernst ervan en de inherentie (waardoor wordt het probleem veroorzaakt). Je maakt een plan om het voorgestelde beleid aantrekkelijk te maken en je toont aan waarom dit een goed plan is en hoe het effectief en uitvoerbaar is. Ook laat je de voordelen van het nieuwe beleid zien versus de eventuele nadelen.

De jurering gebeurt op basis van 'speltechnische' criteria. De juryleden letten op het goed uitwerken van een argument, reageren op elkaar, samenvatten van het debat, goed definiëren van begrippen, de balans tussen de verschillende soorten argumenten en natuurlijk op lichaamstaal. Samen kijken ze wie van de partijen overtuigender is. Het gaat er bij het jureren van een debat dus niet om wie daadwerkelijk gelijk heeft, maar wie zo goed mogelijk heeft aangetoond dat hij gelijk heeft. En onthoud: de jury heeft altijd gelijk.
Of alles wat je zegt altijd hout moet snijden of niet, vooral waarderen we in het debat de vondst, de humor, de vergelijking, de passie, het toneelspel en de mooie uitsmijter.

Het gaat ons tenslotte het allermeest om het plezier! We sluiten de avond dan ook altijd af in het café waar we debatteren.